Traditional Chinese Medicine

 

Traditional Chinese Medicine (TCM) bestaat al duizende jaren en laat zien

hoe men in China met ziekten en disbalans omgaat.

De ziekteleer van TCM is gebaseerd op de theorie van Yin en Yang, de

theorie van de Vijf Elementen en de theorie van Qi (levensenergie).

De TCM kent diverse vormen van diagnose stellen, zoals de pols-, Hara-, en

tongdiagnose.

Enkele behandelmethoden die onder de TCM vallen zijn: Acupunctuur, TuiNa

(massagetechniek), Kruidengeneeskunde, Voeding en Bewegingsleer.

De Chinese Geneeskunde benadert het menselijk lichaam holistisch: lichaam

en geest zijn één.

Lichamelijke problemen hebben hun weerslag op de geest en mentale

problemen uiten zich in lichamelijke klachten.

 

Shiatsu is een japanse massagetechniek die is ontstaan vanuit de TuiNa

(Chinese massagetechniek).

 

De Oosterse Geneeswijzen werken met de Qi (levensenergie) van de clÏent.

Qi stroomt in de meridianen en de meridianen lopen door het hele lichaam,

zowel oppervlakking als intern.

Als Qi niet vrij kan stromen, raakt het lichaam uit balans en onstaan er

blokkades en leegtes die je gaat ervaren als klachten.

 

Door Qi te beÏnvloeden kun je blokkades opheffen en leegtes vullen.

Hierdoor wordt het zelfgenezend vermogen van het lichaam gestimuleerd.